SGO K1 verliest maar redt klimaat

De speelzaal van tegenstander Laurierboom-Gambiet bevindt zich in hartje Amsterdam. Tussen een voordeur en een kleine keuken met toilet kun je precies 8 borden kwijt. Een duidelijk teken dat deze vereniging niet de ambitie moet hebben 1ste klasse of Meesterklasse te gaan spelen. Bord 9 zou dan buiten moeten zitten en bord 10 op het toilet. In een speelzaal waar winderigheid niet op prijs wordt gesteld kunnen de jassen over de stoel of op een studentenbank. Als je naar buiten gaat dan kan je nog steeds prima zien wat er op elk bord gebeurt. Naast de borden en stukken op een kluitje is er opslag van tal van spullen van het 50 meter verderop geleden café met de naam Laurierboom, alwaar je kan analyseren na afloop.

Hartje Amsterdam betekent ook dat parkeren niet kan. Ja, het kan wel, maar dan is een KNSB ronde ongeveer even duur als een nieuw energiecontract afsluiten. Het merendeel van het team besloot dan ook het klimaat te redden en de trein te nemen. Feelders en ondergetekende mochten ter compensatie van hun goede gedrag wel met de auto. Krop, woonachtig in Amsterdam, kwam op de fiets en natuurlijk twee minuten te laat. Daarmee gun je je teamgenoten dat ze grap kunnen maken dat “de enige die te laat is de enige is die uit Amsterdam komt”. Van enige spanning dat Rotterdam tegen Amsterdam speelt was geen sprake. Amsterdam telt kennelijk toch 8 aardige personen en die spelen allemaal bij Laurierboom-Gambiet 1.

We hebben dus verloren. Al met al een nederlaag waar niet zoveel op af te dingen was. Ja er waren natuurlijk kansen. Zo stond iedereen na zet 1 gelijk en zou 4-4 dus terecht zijn geweest. Schakers hebben de neiging als ze 40 zetten totaal verloren hebben gestaan en 1 zet totaal gewonnen, het alleen maar over dat ene moment te hebben. Je tegenstander mist 20 penalty's en jij eentje … dan zegt menig schaker: “Het had 1-0 voor mij kunnen worden als ik die penalty had gemaakt”. Zelf heb ik daar overigens ook last van. Beide kanten op. Niks is zo frustrerend in schaken als die ene kans niet benutten of na 40 zetten lang gewonnen te hebben gestaan toch te verliezen. Over naar de partijen! De klassieke wijze is om het “punt voor punt” te doen. Maar we weten al dat SGO 1 verloren heeft. Met 5-3 namelijk. Dus we doen het gewoon bord voor bord. En omdat ik de pen heb, gaan we terug van 8 naar 1. Eerst doen we wat tekst, helemaal aan het einde volgen nog wat partijfragmenten.

Op bord 8 speelde Niels van Diejen tegen heel wat ratingoverwicht. In een soort versnelde draak verspilde hij wat tijd met zijn dame, waardoor wit via gezonde zetten niet alleen het voordeel kreeg van de voorzet maar ook van een pion meer. Tekenend voor de taaiheid van Niels is dat hij uiteindelijk als laatste nog bezig was. Hij moest een tweede pion opgeven en zijn tegenstander had zijn speelstijl op “ruil alles af” gezet. In een ver eindspel beslisten de 2 extra pionnen.

Rob Hopman-Been, vernoemd naar mevrouw Been, speelde aan 7 een London met op zet 2 een loper die was uitgegleden naar veld g5. Het werd een vrij rustige partij waarin Rob niet echt in gevaar was en mogelijk zelfs kansjes heeft gehad. Of gemist, mag allebei. Al geldt dat ook voor zwart, want in de slotstelling waar remise werd overeengekomen zou ik het met zwart nog wel even willen proberen. Met een vroeg Lxf6 gaf Rob het loperpaar op maar daarvoor krijgt wit een hele prettige structuur. Onderdeel van dit systeem is dat het zonder de dames vaak prettiger voor wit speelt omdat je niet mat wordt geplet over de koningsvleugel. Rob wist dat te bereiken maar meer dan uiteindelijk een prima remise zat er niet in.

De enige Amsterdammer aan de zijde van Overschie zat aan bord 6. Henri Krop had weinig moeite zijn op papier toch wel sterkere tegenstander keurig op remise te houden. Henri kreeg een Stauntongambiet tegen zich. Zelf ben ik ooit gestopt met Hollands vanwege zetten als 2 e4 en 2 g4 tegen mijn 1 … f5. Op een of andere manier wil een f5 speler graag positioneel spelen maar door dit soort gedrag wordt ze dat totaal onmogelijk gemaakt. Henri had er echter geen enkele moeite mee. Hij leverde op een hele handige wijze zijn pion extra weer in en kon voldoende ontwikkelen om de partij in balans te houden. Extra fijn natuurlijk als je als Amsterdammer, spelend voor een Rotterdamse ploeg, tegen een Amsterdamse tegenstander de vrede weet te bewaren. Je moet toch gewoon nog over straat de dag erna.

Aan bord 5 gebeurden dingen waar ik eigenlijk het label 18+ op zou moeten plakken. Na een hotseklots opening, een hyperscherpe variant in de Trompowsky, was het ontzettend lastig voor de omstanders de stand in te schatten. Na afloop werd mij verteld dat dergelijke stellingen voor Cor Feelders juist zijn habitat zijn. Met wit vloog hij de sterke Hajo Jolles naar de keel, maar daar stond tegenover dat enkele witte stukken niet tot ontwikkeling kwamen. Maar ook zwart had forse uitdagingen, zoals een koning in het midden. Een dergelijke partij met de engine bekijken is een doodzonde. Als er chaos op het bord is, dan is dat onderdeel van het menselijk spel. Hiërogliefenwetenschappers waren bezig met het ontcijferen van het notatiebiljet maar gelukkig deelde Cor zijn partij in de appgroep. En wat een partij was het! Cor heeft vele zetten straalgewonnen gestaan en met prachtig schaak had hij eigenlijk 2 punten verdiend. Helaas helaas helaas ging het in vreselijke tijdnood mis. Net als chaos is tijdnood ook onderdeel van het menselijk spel. Een verdiend punt voor SGO werd een gelukkig punt voor Laurierboom.

We zijn alweer over de helft want op bord 4 speelde Henk Ochtmans. Er kwam een Grunfeld op het bord. Dat is trouwens een naam voor een opening en niet of ander mythisch monster dat op het bord ging zitten. Dat zou ook helemaal niet meer gekund hebben want de ruimte was al vol. Henk deed op zet 7 een wat vreemde paardmanoeuvre waardoor zijn tegenstander met louter gezonde zetten ruimte en activiteit kreeg. De Grunfeld staat bekend om de druk die zwart op het witte centrum uitoefent maar die druk ontbrak. Henk probeerde het nog door chaos op het bord te creëren. Die kwam er zeker, maar wit hield het hoofd koel ondanks een pionnenstorm tegen op de koningsvleugel en bracht zelf een pion naar de overkant. Na promotie van de pion riep zijn tegenstander nog wel “dame” maar drukte ook de klok in. Officieel is dat een onreglementaire zet, maar tijd claimen zou niet in lijn zijn met het sportieve karakter van deze wedstrijd. Plus wat heb je aan tijd als je tegenstander twee dames heeft? Opgeven was een betere reactie en dat deed Henk dan ook maar.

Bord 3 werd verdedigd door Marcel Terluin waar hij de sterke Osterwald van zich af moest houden. En daar slaagde Marcel uitstekend in! Marcel, wiens notatie waarschijnlijk tot ‘s werelds meest leesbare geldt, koos in een Pirc voor een scherpe g4 aanval. Aanvankelijk leverde hem dat precies op wat hij wilde. Osterwald ging er niet op in, deed wat onhandige pionzetten en Marcel kwam meer dan uitstekend te staan. Een kritisch moment kwam op zet 12. Zowel in de analyse als na een blik door de engine kwam men tot de conclusie dat het opheffen van de spanning in het centrum geen goed plan was. Zwart kwam terug in de partij al bleef Marcel voordeel houden in het middenspel. Sterker, hoewel optisch zwart enkele dreigingen had was het Marcel die het meeste recht had op een vol punt. Net een zet eerder gxf7 doen had de uitslag mogelijk op 1-0 gekregen in plaats van remise. Al met al een uitstekende partij waar een half puntje meer niet onterecht was geweest.

Erik Brandenburg had niet de meest enerverende schaakmiddag van zijn leven. Zijn tegenstander koos met wit voor een opstelling met c4, e3, Pc3, Pf3, b3, Lb2, Le2, d4. Codetaal voor betonschaak wat meestal in remise eindigt en nu dus ook. Erik deed een tijd lang alles goed, namelijk gezonde zetten doen en ontwikkelen, maar op enig moment kreeg wit toch meer voordeel dan nodig. Het loperpaar was aanvankelijk niet gevaarlijk. Rond zet 20 opeens wel. Erik moest goed verdedigen en deed dat dan ook. Door op het juiste moment zijn toren te activeren wist hij voldoende compensatie te krijgen. De afwikkeling naar een eindspel met een pion minder was niet gevaarlijk. Ongelijke lopers. Dan weet u genoeg.

Zelf mocht ik op bord 1 plaatsnemen. Ik zag door het raam mijn tegenstander aankomen op een elektrische stepscooter. Of hoe zo’n ding ook heet. Geen idee natuurlijk of mensen op een elektrische stepscooter gevaarlijk zijn op het schaakbord. Ook hier kwam een Pirc op het bord met als verschil met Marcel dat ik het wat rustiger aan deed. Eigenlijk vat dat ook wel de partij samen. Vrij rustig kreeg ik voordeel, vrij rustig breidde dat voordeel zich uit. Door een enorme onnauwkeurigheid van mijn kant kreeg mijn tegenstander toch opeens een kans op remise. In engine-termen was het plotsklaps 0,0, maar een zet later was het voordeel gelukkig weer terug. Dat hadden we overigens pas met de engine in handen na de partij door. Ik kreeg voor slechts een toren en een pion zijn twee paarden en had zelf het loperpaar. Dat won rond de 40ste zet vrij gemakkelijk.

De 5-3 eindstand werd eerder in dit verslag als ‘weinig op af te dingen’ afgedaan. Maar als Marcel en Cor hadden gewonnen dan zou het 3,5 – 4,5 zijn geweest? Tsja, maar dan kunnen zij in hun verslag zetten dat als De Groot die ene kans op remise had gepakt, als Moller in de slotstand had doorgespeeld en als Schipper meer nauwkeurig met zijn loperpaar was omgegaan dat … en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het doet er ook niet toe.

Na afloop gingen 6 van de 8 nog een hapje eten in een pizzeria op 300 meter lopen van de speelzaal. Gelukkig was het maar 300 meter, want de wietdampen in Amsterdam zijn zo intens dat bij elke meter meer iedereen knetterhigh was geworden. Zo’n hapje achteraf doet elk team goed en op de terugreis met de trein werd wederom het klimaat gered en dat is de beste overwinning denkbaar!

Tot slot nog een paar leuke partijfragmenten. Doordat ik nog niet eerder een verslag heb gemaakt, hoop ik dat het goed gaat …

Uit de partij Feelders – Jolles:

Hoe staat het hier? Precies, dat dacht iedereen die langs liep. Het engine antwoord is: “ongeveer gelijk”. Zwart is aan zet en speelde het zeer ongelukkige e6 (Lg6 was de enige zet). Cor kon na het zeer sterke Dc7! winnend voordeel bereiken. Helaas werd zijn aanvalscreativiteit niet beloond in tijdnood.

Uit de partij Straver – De Groot

Wit is hier aan zet. Zwart staat een pion voor maar heeft wel wat problemen … geen loperpaar en het paard op f2 is in gevaar. Direct dat paard pakken is natuurlijk niet goed, want ook zwart kan een kleine kwaliteit winnen (op e5). Wit speelt hier rustig Pc4!! Er dreigt stukwinst door Pb6 omdat de toren eigenlijk nergens heen kan. Dus zwart moest Le6 spelen waarna wit wel op f2 slaat en erna vrij makkelijk wint.

Uit de partij Terluin – Osterwald

Wit staat na 11 zetten uitstekend. Marcel speelde uiteindelijk ook een hele sterke pot, maar dit moment in de partij is voor iedereen leerzaam. Wit is aan zet en speelde d5 (?). Dat heft, in schaaktermen, de spanning op en na een afruil kreeg zwart weer wat kansen. Maar wat wel te doen? Het antwoord is “je gaat het pas zien als je het doorhebt”, namelijk: a3!! De zet b4 wordt dan opgevangen door Pa2! Zwart kan erna niet heel veel en wit behoudt een erg groot voordeel. Bijvoorbeeld: 12 a3 a6 13 0-0-0 Tb8 14 Lh3 en de engine zegt: meer dan +2 voordeel voor wit! Dat komt vooral door de kwetsbare zwarte koning in het midden.

Uitslag in detail:

Laurierboom-Gambiet K1   Overschie K1    
Groot de, Y. (Ymar) 2053 Straver, R. (Robert) 2110 0 - 1
Schipper, P. (Paul) 1941 Brandenburg, E. (Erik) 2088 ½ - ½
Osterwald, E. (Elwin) 2089 Terluin, J.M. (Marcel) 1873 ½ - ½
Nep, R. (Ron) 2039 Ochtman, H.W. (Henk) 2013 1 - 0
Jolles, H. (Hajo) 2099 Feelders, C.W. (Cor) 1985 1 - 0
Michel, S. (Steve) 1920 Krop, H.A. (Henri) 1836 ½ - ½
Moller, W.H.M. (Werner) 1930 Hopman-Been, R. (Rob) 1798 ½ - ½
Vilder de, H. (Hans) 2030 Diejen van, N. (Niels) 1720 1 - 0

Back to Top