Punt Gewonnen of Verloren?
Vooraf zouden we direct hebben getekend voor een punt tegen Erasmus 2, de koploper van RSB klasse 2C. Achteraf overheerst evenwel een soort kater. Hebben we vrijdag 5 februari jl. punt gewonnen of verloren?
“Het wordt vanavond lastig voor ons derde.”, zie Erik Brandenburg tijdens zijn welkomstwoord en daar was iedereen het wel mee eens. Althans, tot op zeker hoogte dan. Enkele spelers van het derde hadden namelijk kort voor aanvang van de wedstrijd de conclusie getrokken dat we gewoon nog een keer gingen stunten. Erasmus 2 was dan wel met slechts één verliespunt koploper en op papier sterker, het sterkere Messemaker 1847 3 wisten we ook een slechte avond te bezorgen met een overwinning. Bovendien had Wil de Gids (bord 7), onze speler in vorm, vooruit gespeeld en al knap een remise binnengesleept. Deze conclusie was wellicht stoutmoedig, maar het zorgde wel voor een heerlijke ‘we-hebben-niets-te-verliezen-en-kunnen-dus-lekker-vrijuit-spelen’ instelling.
Na ongeveer vijf kwartier spelen maakte ik mijn tweede ronde langs de borden. Tijdens mijn eerste ronde, een half uur eerder, had ik alleen de gebruikelijke kleine plusjes en minnetjes gezien, die op ons niveau nog niet heel veel betekenen. Deze ronde zag ik echter dat Murphy Brunings op bord 2 zijn tegenstander na een pionoffer behoorlijk onder druk had staan. Daarentegen stond Jan de Liefde op bord 6 een pion achter. Kortom nog steeds een fictieve 4-4 en dus keerde ik redelijk tevreden terug naar mijn bord (4). Hier keek ik intussen zelf tegen een complexe stelling aan, omdat ik voor mijn doen erg aanvallend speelde en mijn tegenstander koos voor de aanval als beste verdediging. Op een gegeven moment bleven veel stukken ‘in’ staan ofwel het bord stond in brand. Dit betekent doorgaans veel rekenwerk. Mijn tegenstander nam hier ruim de tijd voor, waardoor ik het mijne grotendeels tijdens het tikken van zijn klok kon uitvoeren en dat leverde mij een welkom voordeeltje op.
Niet lang voordat mijn partij tot een apotheose kwam hoorde ik kort na elkaar twee keer een golf van opwinding door de zaal gaan. De eerste betrof de winst van Murphy, die met nog een behoorlijk aantal stukken op het bord wonderbaarlijk genoeg zijn g en h-pion op de zevende rij had geparkeerd. Promotie was niet te voorkomen en dus gaf zijn tegenstander op. De tweede golf ging door de zaal toen Jan tegen de verwachting in zijn partij wist te winnen. In een verloren eindspel beging zijn tegenstander een foutje en dat strafte Jan genadeloos af. Hoewel het aan mij voorbij was gegaan, omdat ik op dat moment min of meer aan mijn stoel zat gekluisterd, had Fokke Lindeboom op bord 5 kort daarvoor een mooi bevochten remise behaald.
Nadat bij mij de rookwolken waren opgetrokken, stond ik een gezond stuk voor. Waarschijnlijk niet omdat ik alles zo goed had uitgerekend, maar omdat mijn tegenstander een rekenfout maakte. Trainer Rinus Degeling en zijn maatje Fritz zullen vast en zeker met een paar betere voortzettingen komen. Ik ben benieuwd of dit dan de zetten zijn waar ik over twijfelde, maar uiteindelijk niet voor heb gekozen. Voornamelijk omdat het resultaat daarvan mij niet geheel duidelijk werd binnen de tijd die ik mijzelf voor het uitrekenen gunde. Hoe dan ook we stonden 4-1 voor! Een tweede stunt leek slechts een kwestie van tijd. Zeker omdat bij Ruud Gorseman op bord 8 en zeker bij Cor van Lennep op bord 1 remise nagenoeg een voldongen feit was. Alleen Hans Doornheim op bord 3 had met een ‘slechte’ loper tegen een vrolijk rondspringend paard nog een zware dobber om remise af te dwingen.
Het is niet te geloven, maar ondanks dit alles bleef dat halve puntje voor de winst uit! Ruud speelde een mooie partij tegen een sterkere tegenstander, maar helaas brak ervaring hem uiteindelijk op. Onder tijdsdruk overzag hij in het eindspel verlies van zijn toren en dus ging hij onverdiend met lege handen naar huis. Met beiden een paard en vier pionnen op dezelfde rijen stond het bij Cor al geruime tijd volledig gelijk. Het verbaasde mij eigenlijk dat de partij nog steeds bezig was. Erasmus had klaarblijkelijk al vroeg door dat ze geen halfje meer mochten prijsgeven en dus speelde de tegenstander van Cor stug door. Tegen beter weten in kan je zeggen, want er was totaal geen winstkans meer. Behalve uiteraard als door één van de spelers een grove fout werd gemaakt, maar dit zou in deze stelling zeer onwaarschijnlijk zijn … dachten we. Het enige wat Cor namelijk hoefde te doen was: zijn pionnen en koning te laten staan, wat heen en weer huppelen met zijn paard en een eventueel oprukkende koning terug dirigeren door de achtergebleven pionnen aan te vallen met zijn paard. Door het gepiel van zijn tegenstander werd Cor echter nerveuzer en ongeduldiger en dan is Cor niet op zijn best. Door twee foutjes, eerst verlies van een pion en daarna verlies van de oppositie, verloor hij alsnog zijn partij. Ook deze laatste kans op winst van de wedstrijd ging dus in rook op. De tegenstander van Hans - die heeft gevochten als een leeuw - had namelijk intussen met goed spel dat ene veldje voor zijn paard gevonden dat leidde naar de winst. De vraag is derhalve: hebben we nu een punt gewonnen of verloren tegen Erasmus 2?
Serge Erdtsieck