SGO 1 Weer op Koers
Na de vele pechgevallen in de vorige ronde, zat het op 15 december heel erg mee tegen Moerkapelle. Pakjesavond was nog niet voorbij voor ons. Het grootste deel van de avond zag het er niet rooskleurig uit en dan win je uiteindelijk met 6-2 ...
Erik (bord 1, met zwart) beantwoordt de pretentieloze opening van Gerard van Ommeren (2030) met 9 zetten volledige symmetrie. Dat vind ik psychologisch gezien heel sterk. Wit ruilt alles in het centrum en staat dan al wat minder. Vervolgens probeert wit vele zetten lang de dames te ruilen, wat Erik elke keer uit de weg gaat (vermakelijk). Uiteindelijk staat hij dameruil toe en heeft dan een voordeeltje in het eindspel. Erik wint zelfs een pion, maar Gerard maakt handig gebruik van zijn actieve toren en paard en dwingt daarmee de felbegeerde remise af. (½)
Maurits (bord 2, met wit) zat na afloop net zo stuk als ik na de vorige ronde (we reden weer samen naar huis). Hij speelde een scherpe variant tegen de Sveshnikov van Hugo van Elteren (1941). Zijn 16e zet Df3 was misschien niet de beste (beter is 16.Pxe7 Dxe7 17.Le4) maar hij vervolgde wel met de powerzet 18.g4!? waarmee hij “in control” blijft. Zwart speelde het actief tegen en Maurits ging helaas in de fout met 21.Lxe4? waar hxg5 (dameruil) hem nog een plusje zou geven. Na een geforceerde slagwisseling moest hij opboksen met een toren tegen twee lopers. En dat was, ondanks verwoede pogingen, een kansloze missie. (0)
Robbert (bord 3, met zwart) speelde wederom een avontuurlijke partij en trok deze keer aan het langste eind. Zijn tegenstander Jesse van Elteren (1945) liet zich ook niet onbetuigd en trok ten aanval met 16.f5! en 18.g4!? Robbert reageerde niet goed, hij had de kans moeten grijpen om 18...Pd5! te spelen om de controle over de diagonaal c4-f7 te houden, en kwam in grote problemen (+1.70 na 21...Dh6). Maar de stelling blijkt heel complex te zijn, “een loterij” was Robberts commentaar direct na afloop. Beide spelers geven blijk van menselijke trekjes en Jesse maakt in tijdnood de laatste en meteen dodelijke fout: hij wint de kwaliteit maar laat daarmee Dxh2 mat toe. (1)
Albert (bord 4, met wit) had weer succes met zijn nieuwe hybride systeempje tegen het Frans van Wouter Vroegindeweij (1920). Aanvankelijk dacht ik minder te staan na mijn vroegtijdig 6.e4-e5 en zwarts logische reactie met 8...f6, waarmee zwart een sterk pionnencentrum leek te krijgen. Maar door indirecte aanval op zijn zwakke pion op c5 en door veld e5 te blijven controleren, kon ik dat succesvol verhinderen. Na één mindere zet van Wouter was pionverlies al onvermijdelijk. En na een blunder die de kwal kostte stond ik totaal gewonnen. Ik miste nog een mat in 2 – je had toch gelijk Hans! – maar met een volle toren meer maakte dat niet meer uit. (1)
Cor (bord 5, met zwart) is back! Hij blijft maar scoren (nu al 3 uit 3, vorig seizoen ½ uit 8, watskebeurt man?). Na een prima opening tegen Arno Luinenberg (1861) vindt er in het middenspel een grappig intermezzo plaats. Cor mag met zijn dame wits pion op a5 slaan, waarna zijn dame klemgezet lijkt te worden door de witte torens op b6 en b4 (en wits dame op c1). Maar na 28...Lb5 is in werkelijkheid de witte toren op b6 gevangen! Deze moet geofferd worden tegen de loper op b5, waarna Cor een volle kwaliteit voorstaat. En misschien nog grappiger: vanwege het gesloten karakter waardeert de computer deze stelling vervolgens op 0.00. Arno speelt het niet erg handig en 10 zetten later is het al -3.50. Kat in het bakkie voor Cor, die het ook prima afmaakt met een mataanval. (1)
Karel (bord 6, met wit) begon met weinig zelfvertrouwen na o.a. zijn ongelukkige nederlaag in de vorige ronde. Het is de vraag wat deze overwinning tegen Maarten Vroegindeweij (1929) hem op dit vlak oplevert? Geen goedgespeelde partij, maar wel voor de winst blijven gaan (2x remise afgeslagen) en vanuit verloren positie alsnog winnen ... Zegt u het maar.
Karel gaat voor een scherpe variant tegen de Caro-Kann, maar gebrek aan parate openingskennis breekt hem hierbij op. Zwart komt met een plusje uit de opening en de stelling vervlakt hierna al snel. Remise lijkt onvermijdelijk, maar daar is Karel na ca. 100 km rijden niet voor gekomen! Hij slaat dus meermaals een remiseaanbod af, maar overspeelt dan zijn hand met 34.b4? in een potremise toreneindspel. Zwart komt een pion voor en heeft ook de actievere koning. Maar Maarten mist zijn winstkansen en speelt dan op zijn beurt te lang door ... (vanwege de stand in de wedstrijd?) Weliswaar wint hij wits toren voor zijn vrije b-pion, maar omdat Karel tussendoor handig wat zwarte pionnen heeft gesnacked op de koningsvleugel, winnen zijn pionnen het uiteindelijk van de toren en de zwarte koning die van te ver moet komen. (1)
Henri (bord 7, met zwart) is heel goed bezig en is mede topscorer met 3 uit 3! Zijn tegenstander Dick Bac (1923) was voor mij in deze partij onherkenbaar. Ik ken hem als een goede schaker, die bijvoorbeeld een aantal jaren geleden Henk Ochtman wist te verslaan. Maar nu kwam hij na een vreemde slagwisseling op zet 12 al in het nadeel. Henri wist zijn voordeel prima te consolideren en sloeg in goed overleg het remiseaanbod van Dick af. Wit ging in troebel water vissen en bereikte daarmee alleen pionverlies. Toen nog een wanhoopsaanval: een torenoffer zonder perspectief, daar wist Henri wel raad mee. (1)
Marcel (bord 8, met wit) speelde een echte vechtpartij. Zijn gambiet opening werd goed opgevangen door naamgenoot Marcel de Haan (1740). Onze Marcel maakte er zelfs een stukoffer van met 8.Pc3?! Het probleem was alleen dat zwart dit (schijn)offer niet hoefde aan te nemen en daarmee in het voordeel kwam. Marcel had met zijn loperpaar compensatie voor zijn geofferde pion, maar het was hard werken. Zwart koos voor dameruil en verkleinde daarmee in feite zijn winstkansen. Marcel gaf zijn loperpaar op voor ongelijke lopers en een duppelpion op de a-lijn voor zwart. Dit was inderdaad genoeg voor remise, maar met de torens nog op het bord kon zwart het nog proberen. Verlies dreigde toen Marcel een tweede pion verloor. Maar toen hij de torens wist te ruilen bleken de ongelijke lopers wederom een te sterk remisewapen, waar mijn computerprogramma best nog wel moeite mee heeft om dat in te zien. (½)
We staan nu voorlopig op de eerste plaats, met een half bordpunt voor op CE-3. De wedstrijd CE-4 tegen Krimpen ad IJssel-2 is wegens weersomstandigheden uitgesteld naar maandag 8 januari. CE-4 kan de koppositie weer overnemen, maar om kampioen te worden zullen we sowieso van CE-4 moeten winnen. Op dinsdag 30 januari is de uitwedstrijd tegen Nieuwerkerk (flink bordpunten scoren is dan het motto!) en op vrijdag 23 februari de belangrijke thuiswedstrijd tegen CE-4.