SGO 1 Schoffelt Oude Dame Onderuit!

Een sportieve revanche van ons eerste team tegen “de Oude Dame uit Zuid”: het vierde team van Charlois Europoort werd overtuigend verslagen met 6-2. Later is dit gecorrigeerd naar 6,5-1,5 wegens het onreglementair opstellen van een tegenstander. De pijnlijke, onnodige nederlaag tegen hun derde team in de 2e ronde is daarmee enigszins verzacht, ook gezien het feit dat CE-4 op papier medekoploper was en CE-3 had verslagen in de eerste ronde.

Voor de vierde keer (!) winnen we met 6-2, hoewel deze dus is gecorrigeerd naar 6,5-1,5 door de competitieleider. Bordpunten hebben we nu al meer dan genoeg, het is nu zaak om te blijven winnen om het kampioenschap in eigen hand te houden. Moerkapelle staat nog gelijk in matchpunten, met vier keer een 4,5-3,5 overwinning ...

Erik (bord 1, met zwart) pakt een snelle pionwinst met een tactische wending (7...Dxd4!) waar zijn tegenstander Ab Kamman (1886) met open ogen intrapt (overigens in een lange rij van voorgangers in de database). Maar daarna kromt wit zijn rug en komt zelfs beter te staan na 24 zetten! Erik heeft hier dus wat kansen laten liggen, maar spant zich op zijn beurt maximaal in om een resultaat te boeken. Na een mindere zet van wit (25.Db1 i.p.v. Db3!) staat het ongeveer gelijk. Hierna bereikt Erik een voordeeltje en buit dit maximaal uit door wit na 80 zetten (!) stuk te spelen in een dame + ongelijke loper eindspel. Het harde werken is beloond! (1)

Robbert (bord 2, met wit) leek heel comfortabel naar het volle punt cruisen tegen Oliver de Hert (1850). Met een rustige openingsopzet en positionele expertise kreeg hij al snel een licht overwicht. Dit werd concreet met de hippische breakouts 15.Pa5 en 16.Pg5 en verzilverd met pionwinst rond zet 22. Toen brak de technische fase aan: hoe win je het toreneindspel met 5 tegen 4 pionnen op één vleugel. Robbert had het zijn tegenstander moeilijker kunnen maken, maar eenvoudig was het zeker niet. De Hert was aangeschoten wild, maar hield de deur knap dicht. (½)

Cor (bord 3, met zwart) moest – om zijn 100% score te kunnen handhaven - ijzer met handen breken tegen de Franse ruilvariant van André van der Graaf (1821). Dat zat er deze avond echter niet in voor Cor. Hij dacht lang na, zag weer allerlei fantasierijke wendingen, zette zijn tegenstander in elk geval verbaal onder druk, maar berustte na 22 zetten in remise. (½)

Maurits (bord 4, met wit) haalde niets uit zijn opening tegen Alexander Bruschke (1802). Sterker nog, na een brute oversight kwam hij na 10.Lg2? La6! zeer dubieus te staan met zijn koning in het midden. Alexander speelde het prima (actief) verder en Maurits moest een eindspel met een pion minder invluchten. Maar alle lof voor zijn vechtschaak hierna, hij sleepte remise eruit. En werd nog extra beloond door reglementair ingrijpen achteraf van de RSB competitieleider (Alexander bleek niet speelgerechtigd voor CE-4). (½ => 1)

Karel (bord 5, met zwart) had een pittige tegenstandster in Angelique Osinga (1922). De opening was enigszins shaky, want Karel schrok van de mogelijkheid 9.d5 waarna het zwarte paard op c6 waarschijnlijk terug moet naar b8. Maar Angelique’s keuze 9.fxe5 is toch gewoon de meest gespeelde theoretische zet. Zoals het ging had wit ruimteoverwicht met de mooie pionnenfalanx c3-d4-e5 en was er weinig tegenspel voor zwart te bespeuren. Wit kon rustig aan een aanval op de koningsvleugel bouwen, maar Karel had net op tijd de counter 24...b4! nadat wit iets te langzaam voortzette met 22.De3. Hierna was de remise binnen handbereik, maar Karel moest van mij doorspelen omdat er nog te weinig duidelijkheid was op de andere borden. Dit pakte goed uit, Karel is een echte aus-dauer en drukte de witspeelster resoluut over de rand in het toreneindspel. (1)

Rob (bord 6, met wit) is qua vertoond spel een hoogst betrouwbare factor in ons team. Hij speelt of een degelijke remise, of hij behaalt vanuit de opening een voordeel(tje) wat hij vervolgens ook maximaal uitbuit. Deze avond leek het weer idem dito van het leien dakje te gaan. Een duidelijk voordeel uit de opening, vervolgens de druk opvoeren en al een vette pluspion op zet 12. In meerdere opzichten was de nood hoog voor de zwartspeler Eduard Smits (1894). Rob tekende de volgende gedenkwaardige verklaring op uit zijn mond tijdens de post-mortem: “Ik weet dat 10...Pe5 niet zo’n goede zet was, maar ik moest toen nodig naar de WC”. Bij zijn terugkomst aan het bord had Rob 11.Db3 gespeeld en was pionverlies op b7 onafwendbaar! Daarnaast had Rob een groot tijdsvoordeel op de klok.

Dus op dat moment had ik als non-playing captain (never change winning players!) alvast één zekerheid: het punt op bord 6 is “in the pocket”. Maar het liep dus heel anders .. Rob werd teruggeplooid en kwam zelfs gevaarlijk minder te staan ... Gelukkig maakte zijn tegenstander in complexe stelling een dure fout met 18...Lb4? Dit leek sterk door de aanval op Rob’s dame, maar dankzij een fraai tactisch intermezzo met 19.Pxd5! sloeg de stelling in een keer om naar +2.00. Een tweede pion gewonnen en veel stukken geruild, dat liet Rob niet meer lopen. (1)

Henri (bord 7, met zwart) werd deze avond – net als Cor – ook van zijn 100% score afgeholpen, door good-old Piet Verheij (1756). Ook Henri is de man van de degelijke opening en het stond al helemaal gelijk op zet 9. In het zware stukken eindspel had Henri aanvankelijk de beste kansen en ik spoorde hem aan om gewoon door te spelen, omdat hij ook nog een voorsprong op de klok had. Zoals Magnus Carlsen laatst zei: “if the position itself doesn’t fulfil, make the clock your ally”. Het mocht helaas niet baten, de witspeler leek steeds meer in zijn element te komen en kon het zelf nog even proberen in het dame-eindspel dankzij een vrijpion. Maar Henri liet zich ook niet foppen. (½)

Marcel (bord 8, met wit) scoorde zijn eerste overwinning voor SGO-1! Het zat er voor mijn gevoel al een tijdje aan te komen. Het was zeker geen gestroomlijnde partij tegen Zhi Yang Fan (1731). Marcel had voordeel na de opening: het loperpaar en de pion op e5 gaven hem aanvalskansen. De zwartspeler genereerde echter knap tegenspel en toen sloeg er even een stop door bij Marcel. Na het stukoffer 19.Lxh7+ zag niemand een goed vervolg voor wit (Fritz zegt -2.70) en even later zag Marcel het ook niet meer. Maar de stelling was verraderlijk en één zwakke zet van zwart (24...Lc8) was genoeg om wit weer helemaal terug te laten komen. Na nog wat zwarte missers kreeg Marcel de overhand en maakte het goed af. (1)


In de volgende (6e) ronde spelen we op 19 maart de absolute kraker tegen Erasmus, Meidoornsingel 181 Rotterdam. Op papier een sterker team (hun gemiddelde Elo rating is ca. 2000), met onze oud-teamgenoot Henk Ochtman in de gelederen! Zij scoren dit seizoen heel matig (staan 3 matchpunten achter), maar zullen ongetwijfeld gebrand zijn op een goed resultaat tegen ons. Wij zullen weer moeten winnen om het kampioenschap in eigen hand te houden (Moerkapelle ligt op de loer), dus alle support is welkom!

Albert

Back to Top