SGO 1 Kampioen van de RSB
In de sfeervolle, gezamenlijke slotronde van de RSB Promotieklasse in Spijkenisse op woensdag 11 april, heeft ons eerste team met een soepele 5-3 overwinning op Krimpen a/d IJssel 2 het kampioenschap van de RSB binnengehaald!
Historie is geschreven, want door de scheiding van de regionale en landelijke competitie gaat SG Overschie nu als laatste kampioen en promovendus van de RSB promotieklasse de boeken in!
De stemming in Spijkenisse zat er goed in, mede dankzij onze vele trouwe supporters. De wedstrijd zelf was niet meer van groot belang, omdat ook bij verlies het kampioenschap ons eigenlijk niet kon ontgaan door de grote voorsprong in bordpunten. De uiteindelijk overwinning was verdiend, maar Krimpen bood goed weerstand. Erik verloor heel ongelukkig vanuit gewonnen stelling, maar anderzijds hadden Karel en Daan ook kunnen verliezen. Maurits en Henri konden deze laatste ronde helaas niet meedoen. Daan viel in en scoorde voor de tweede keer een nuttige half.
Erik (bord 1, met zwart) haalde moeiteloos gelijkspel vanuit de opening, tegen Frits van Duin (1843). De witte dame kwam de stelling in maar niks aan de hand. Het overoptimistische b2-b4 van wit bracht Erik in het voordeel. Hij won een pion en wit moest het hebben van actief stukkenspel gericht tegen de zwarte koningsstelling, maar Fritz geeft -1.25. Na een stukoffer van wit wordt de waardering zelfs -2.0, maar de stelling is op een vreemde manier toch lastig voor zwart .. Erik maakt één fout (43...Tf7?) en dat leidt meteen tot verlies. (0)
Robbert (bord 2, met wit) probeerde het wederom met een rustige positionele aanpak, ditmaal tegen een student op zijn TU, Floris Doolaard (1883). Zwart speelde echter goed mee in de opening en bleef prima overeind. Met 18.f4!? voegde Robbert nog wat peper toe aan de stelling, maar op zet 20 werd de vrede getekend. (½)
Cor (bord 3, met zwart) speelde tegen Jan Sluiter (1882) een prima opening en snackte een pion met halve compensatie voor wit (-0.50). Hij bleef dit voordeel vasthouden, ook al verloor hij een pion op a7, maar het witte paard stond daar wel opgesloten. Hij had sneller kunnen winnen (bijvoorbeeld met 26...b5! of 28...b6!?), maar het maakte allemaal niet uit. Cor stond oppermachtig met zijn mooi gecentraliseerde stukken. Per zet nam het zwarte voordeel toe en na 37...Td2 was het helemaal uit. (1)
Rob (bord 4, met wit) moest tegen de hoogst gerate speler Joop Huijzer (1975) en schakelde deze man deskundig uit. Joop kwam niet in de wedstrijd en op zet 18 werd remise overeengekomen in een iets betere stelling voor Rob.
De verslaggever van Krimpen zag het als volgt: "Ondertussen kreeg Joop een remiseaanbod van R. Hopman-Been. Ik had de indruk dat Joop een tikkeltje beter stond met een goede witveldige loper op de b7-h1 diagonaal en overwicht in het centrum. Volgens mij speelde Joop een paar zetten door en werd er later toch tot remise besloten. (½)
Karel (bord 5, met zwart) mocht tegen een oude bekende van me, Hans van Nieuwenhuizen (1849). Een altijd verrassend uit de hoek komende speler en deze partij was geen uitzondering. Karel kwam met groot voordeel uit de opening en gooide vervolgens olie op het vuur met 10...e5! Hans reageerde niet goed en was gedwongen even later 12.Ke1-f1 te spelen. Met 13...Le7?! was er echter even een hapering in Karels spel (13...Pxd4! was mogelijk) en toen was wit weer in de wedstrijd. En na 15...Pxd4? (korte of lange rochade was verstandiger) kwam wit zelfs in het voordeel (+1.0). Karel moest nu op zijn beurt 16...Ke8-e7 spelen (dit was ook volgens Fritz de beste zet) en bleef hiermee ternauwernood overeind, ook omdat wit de sterkste zet 17.Pc3+ miste. Vanaf zet 26 (!) ontbreekt de verdere notatie van Karel (toen al in tijdnood dus), op dat moment stond hij nog duidelijk beter in het dubbeltoren eindspel. Op de een of andere manier kwam hij een pion achter, maar maakte nog vrij soepel remise. (½)
Marcel (bord 6, met wit) speelde een rustige aanpak tegen de Caro-Kann van Bert ter Wolde (1818). Nadat hij zijn isolani pion op d4 had opgelost resteerde een zeer gunstig eindspel dankzij het loperpaar. Zwart wist dit nog aardig te neutraliseren maar ging op een gegeven moment toch tenonder in de druk tegen zijn isolani pion op e5. Marcel schoof dit heel soepel uit en heeft een prima seizoen gedraaid: een +2 score en ongeslagen! (1)
Albert (bord 7, met zwart) speelde een hele lekkere pot tegen Remko Moerkerken (1839). Deze keer mocht ik een fraaie paardendressuur op de mat leggen. De onlangs, zeer onverwacht overleden Willem Hajenius - zelf een befaamd paardenliefhebber - zou dit met veel genoegen aanschouwd hebben. Eerst met tempowinst op de witte dame een paard naar f4, vervolgens het andere paard met tempowinst op de witte dame naar c4. Hierna pionwinst met 17...Pxb2 via een passage op d3, met ... wederom tempowinst op de witte dame! Bij dit glansverhaal moet wel aangetekend worden dat wit met 15.La4? een bok schoot en ik zelf had het daarna direct moeten uitmaken (veel sterker was 16...Pxb2 of 16...Ld3 geweest). Zoals het ging had ik nog wat extra hulp van mijn tegenstander nodig om mijn voordeel te vergroten. Hierna vluchtte hij in een kansloos stukoffer, wat me nog wel de nodige tijd kostte om dat aan te tonen. Maar met twee stukken minder ging Remko uiteindelijk door zijn vlag. (1)
Daan (bord 8, met wit) onze super-sub speelde een moeizame partij tegen Michel van Cappellen (1813). Daans notatiebiljet was haast niet te ontcijferen, mijn elektronische registratie zal daarom wellicht niet helemaal kloppen (?) Hij kwam in elk geval duidelijk minder te staan, een pion achter, geen notatie meer vanaf zet 33 .. dus ook nog tijdnood? Maar hij sleepte een nuttige remise uit het vuur, waarvoor hulde. Zoals zo vaak waren ook hier de lopers van ongelijke kleur de redddende factor. (½)
Epiloog:
Cor en Henri sprongen er dit seizoen uit als topscorers. Cor is zelfs overall topscorer geworden van de RSB Promotieklasse met 5½ uit 6, met een partij minder gespeeld dan de nummer 2 (die heeft 5½ uit 7). Henri werd overall derde met 5 uit 6, ook bijzonder knap. Verder moet Marcel genoemd worden: vorig seizoen ging het nog moeizaam (geen enkele overwinning), nu scoorde hij 3½ uit 5 en bleef ongeslagen. Erik en Karel hebben dit seizoen hard gevochten voor elk punt en waren daarmee een voorbeeld voor ons allemaal. Rob was er dit seizoen voor het eerst weer bij (na 30 jaar!) en was meteen een enorme aanwinst voor ons team. Degelijk spel, ongeslagen en een prima +3 score. De stabiele factor en daarnaast ook goed voor de sfeer en teamspirit; gelukkig doet hij volgend seizoen weer mee.
Dan mogen we ons weer gaan bewijzen in de 3e klasse van de KNSB competitie. We hebben er nu al zin in!
Met dank aan onze trouwe supporters!
Albert