Gekte in Sommelsdijk
Op maandag 28-10 stond voor SGO2 de tweede wedstrijd op de planning, een uitwedstrijd tegen SOZ/DZP 1. Het team is stevig uitgedund, wat voor ons kans bood om revanche te nemen voor de verloren thuiswedstrijd van vorig jaar. Daarentegen werd vooraf al enige weerstand opgemerkt om het hele eind naar Sommelsdijk te reizen. Daniel Gavrilov vroeg zelfs “Waar in de hel is Sommelsdijk?!”, wat hij gelukkig niet in de kerk riep, maar ook ik had er nog nooit van gehoord. Wel wist ik zelf, met vele anderen, dat we een aardige reis voor de boeg hadden.
Bij aankomst merkte ik op dat één van hun sterspelers van vorig jaar, Adriaan Tieleman, er weer bij was ten opzichte van hun vorige wedstrijd. Met een rating van ruim 1900 en vorig jaar een score van 6 uit 7 op de hoge borden een geduchte tegenstander. Ook kwamen we ons oud lid Daniël Mulder tegen, die meespeelt in SOF/DZP 1 én werden we verwelkomt door allemansvriend en wedstrijdleider voor de avond, Mark Lagendijk. Wel was ik bang dat als er iets zou gebeuren, we niet zeker wisten of hij wel in kon grijpen. Dit omdat hij aangaf naarstig opzoek te zijn naar een nieuwe trainer (red: Jaap Stam had net ontslag genomen en Mark zit trouw elke twee weken in de Kuip), maar over dit alles later meer.
Een vroeg rondje rond de borden deed mij weinig goeds. Rob Hopman, invaller voor Serge Erdtsieck, die in eerste instantie weer invaller was voor Sam van Dongen, had een zet over het hoofd gezien in de opening en dit met stukverlies moeten bekopen. Alle andere wedstrijden zagen er remiseachtig uit, behalve die van David van der Vloed. Hij stond in een Siciliaanse partij met zwart een kwaliteit en twee pionnen voor, maar kreeg hiervoor wel een aanval over zich heen waar je U tegen zei. Derhalve nog enigszins onduidelijk, waardoor een 3,5-4,5 verliespartij op de loer lag, iets wat voor ons eigenlijk onacceptabel was.
Rob was uiteindelijk als eerste klaar. Hij had nog lang gestreden, maar met een stuk achter was er eigenlijk geen houden aan. Rond kwart over 10 ging David van der Vloed door een mooie combinatie van zijn tegenstander mat en zag ik het somber in. Met nog 9 minuten voor mij op de klok, een slechte dame, 25 minuten voor de tegenstander én ook legio foute zetten achter de kiezen, bood mijn tegenstander plots remise aan. Na kort overleg met teamcaptain Hans, waarin ik stellig aangaf dat ik geen enkel winstpotentieel zag, maar wel heel veel kans om te verliezen, gaf Hans schoorvoetend aan dat ik dan maar remise aan moest nemen. Wellicht wat laf van mijn kant, maar gezien mijn slechte spel van de avond durfde ik het niet aan. Rest ons een 0,5 – 2,5 achterstand.
Daniel Gavrilov, spelend tegen Adriaan Tieleman, speelde óók remise in een onduidelijke stelling met een grote achterstand in tijd en ik zag de frons van teamcaptain Hans groeien. Het team stevende op een dramatische verliespartij af. Ronald Ruytenberg stond de hele wedstrijd al op een lichte plusremise tegen zijn nog jonge tegenstander, maar of Ruyt ging winnen was nog maar de vraag. Fokke zat in zware tijdnood tegen Daniël Mulder, Hans stond ook nog steeds remise, maar leek wel wat potentieel in de stelling te hebben en Gijs leek theoretisch iets minder te staan. Een 5-3 verliespartij lag op de loer, als het niet meer zou worden.
Ik was ondertussen een biertje wezen halen met mijn tegenstander en toen ik terugkwam, leek er iets in de lucht te hangen. Teamcaptain Hans had, vermoed ik, één of andere paranormale gave gebruikt om zijn teamleden te inspireren. Of wellicht dat onze spelers het hoopvolle/smekende gezicht van Rob Hopman hadden gezien, die vanuit Bergen op Zoom was komen rijden om ons te helpen, maar er gebeurde in ieder geval iets. Iets verschrikkelijk moois en bijzonders.
Ronald Ruytenberg, die zoals ik zei de hele wedstrijd op een lichte plusremise had gestaan tegen zijn jonge tegenstander, had zijn ervaring weten te gebruiken om zijn tegenstander plots te fileren. Ruyt ging een dame winnen en zijn tegenstander vond het wel best en gaf zich gewonnen. Het kan niet anders dat Ronald deze wedstrijd door zijn ervaring naar zich toe had weten te trekken, maar zijn tegenstander heeft in ieder geval de mooie ervaring op mogen doen om één keer te spelen tegen onze Ruyt. Iets wat eigenlijk elke speler als een soort vuurdoop naar grootsheid mee moet maken.
Vervolgens was teamcaptain Hans het zat, maar hij leek ook geïnspireerd. Met nog zo’n 12 minuten op de klok kwam de gebruikelijk frons weer op zijn gezicht, draaide hij zijn hoofd een beetje naar rechts en keek hij goed naar zijn stelling. Een paard op e5, een toren op rij 7, een koning op d6, paard op e7. Opeens gebeurde het en in Sommelsdijk klaarde plots alle bewolking weer op en begonnen zonnestralen te schijnen. Ja echt waar, om 11 uur ’s avonds scheen de zon. (Of ik had door mijn paniekgevoelens, omdat ik mij realiseerde dat we dadelijk écht naar Sommelsdijk waren gereden om te verliezen, opeens waanideeën. Dat kan natuurlijk ook.) Td7 schaak en vervolgens met twee verschillende paarden nogmaals schaak en het paard op e7 was gewonnen! Wonderen moeten bestaan, het kan niet anders. Opeens stond het 3-3 en hadden we nog kans op remise. Teamcaptain Hans inspireerde zoals Stam dat niet kon, maar Stam was dan ook geen op-en-top playingcaptain, in tegenstelling tot onze Hans.
Wat hierna allemaal gebeurde, maakte het wonder van Sommelsdijk nog groter. Fokke kwam in de tijdnoodfase twee lopers achter en frommelde nog wat, waarmee hij de spierballen liet zien waarvoor ik maar eens naar de sportschool toe moet. Daniël leek zo verbaasd over de twee gewonnen stukken dat hij, met een tijdvoorsprong van 2,5 minuut tegen 22 seconden, door zijn vlag ging! Wedstrijdleider Mark Lagendijk keek naar de klok, keek wat moedeloos en zei op zachte toon, om de rest niet te storen “Daniël…”. Daniël hoorde het niet, had zijn matnet gevonden en begon te zetten, Fokke reageerde snel en de spelers speelden 5 zetten binnen 4 seconden – nee écht waar, de wonderen bleven komen! Mark, zoals het een goede wedstrijdleider betaamt, tikte Daniël op de schouder en zei, schoorvoetend en zacht “Het spijt me Daniël, maar je bent door je vlag gegaan en ik moet daar iets van zeggen.” Daniël keek verbaasd naar de klok, keek naar Fokke, hield zijn goedgemutste schaterlach in en stak zijn hand uit – een betere verliezer ben ik in mijn leven volgens mij nog niet tegengekomen, ere wie ere toekomt.
Met opeens een voorsprong van 4-3 stond Gijs nog voor in tijd tegen Ivo Lagendijk. De stelling leek remiseachtig, maar Ivo moest wel forceren om nog een gelijkspel voor hun team uit het vuur te slepen. Gijs keek af en toe wat moeilijk bij wéér een breekzet, maar hield de vijandelijke vrijpion op de 2e rij in toom, terwijl zijn verbonden witte vrijpionnen rustig naar de tegenstander toe wandelden. Zo knap, zo mooi en zó rustig gespeeld. Dan is het half 12, iedereen is moe en je moet nog een uur terug, maar tóch was iedereen blij. Want jawel, om half 12 had het wonder van Sommelsdijk dan echt mogen geschieden – alle gekte nabij. Een 5-3 overwinning voor SGO2. Zeker gestolen en onverdiend, maar net als in de voetbalwereld, waar de bal rond is, moet je soms geluk hebben. Jaap Stam had het niet, maar SGO2? Gelukkiger konden wij écht niet zijn.
Niels van Diejen