SGO K1 Kampioen!
Voorspellingen zijn pas echt leuk als ze niet uitkomen. Met veel bombarie en overtuiging wordt de toekomst voorspeld en diezelfde toekomst besluit toch anders te zijn. Alle aandacht gaat dan naar de uitleg hoe de voorspelling uit had kunnen komen “als dit of dat wel of niet was gebeurd”. Heel vroeg in het seizoen werd op deze plek al voorspeld dat Overschie 1 na ronde 8 kampioen zou zijn. De kop van dit artikel verraadt al een klein beetje dat de voorspelling uit gekomen is. De wijze waarop het kampioenschap werd behaald vat op zich ook wel het gehele seizoen samen: een paar sterke partijen en een portie geluk. Een algehele terugblik op het seizoen per speler volgt na de laatste ronde, want we hebben er dus nog eentje te gaan (uit tegen Sliedrecht 2 op 20 april, welke we met 3-5 gaan winnen).
De wedstrijd zelf was eerlijk gezegd schaaktechnisch niet de meest bijzondere. De spanning moest komen van de druk om kampioen te worden. En menig speler had bedacht om eerst een zeer bedenkelijke stelling in te gaan voordat een heel of half punt behaald werd. Ergens halverwege de middag leek het namelijk dat De Voorspelling niet uit zou komen. We lopen de meeste partijen kort langs, zodat we wat meer tijd hebben voor de twee overwinningen.
Om er vanaf te zijn beginnen we met de enige nederlaag. Op bord 1 verloor Robert. Bij het invoeren van de zetten in Stockfish begon de engine steeds vaker te gapen. Nul. Nog steeds nul. Ja, nee, echt, nul. Nulkommanulnul. En toen stond daar opeens +6. Robert blunderde in lichte tijdnood gigantisch en kon enkele zetten later opgeven. Na afloop bleek hij de gehele wedstrijd met een tandenborstel in zijn broekzak te hebben gespeeld. U bent dus gewaarschuwd, doe dat niet!!
Bord 4 tot en met 8 eindigden allen in remise. Op enig moment leek het even alsof er in de zaal nieuwe akoestische elementen waren aangebracht want het woord remise ging als een echo rond. De remises van Henri (4), Rob (8) en Marcel (5) waren vrij regelmatig. De remise van Niels daarentegen … Onze man aan bord 7 heeft ongeveer alle denkbare afgronden gezien. Op enig moment stond hij twee pionnen achter en ging menigeen er vanuit dat we hier geen bordpunten gingen halen, Niels zelf wellicht nog wel het meest. Wonder boven wonder weigerde zijn tegenstander te winnen. Tot ieders verbazing sleepte Niels een halfje uit het vuur. Met het oog op de uiteindelijke uitslag was de glimlach bij Niels de rest van de avond het grootst. De laatste remise in deze reeks kwam van Cor. Van de flarden die bij het passeren van het bord zijn meegekregen kan gezegd worden dat het een Cor-partij was. Onduidelijk, bedenkelijk, hoopvol. Omdat Cor als laatste nog bezig was en het inmiddels 4-3 voor ons stond, kreeg hij min of meer de opdracht remise aan te bieden. De stand leek op dat moment gunstig voor Cor (en was dat wellicht ook), maar het was ook best onduidelijk. Gelukkig koos zijn tegenstander na 10 minuten nadenken voor het halfje en konden de knallende champagnekurken de remise-echo die nog zachtjes door de zaal zweefde overstemmen.
Schakers zijn in diverse opzichten iets anders dan voetballers. Als zij kampioen worden, dan maken ze vele buikschuivers over het veld. Worden kledingstukken uitgetrokken en na diverse omwentelingen boven het hoofd het publiek in gegooid. Ook wordt er midden op het veld een soort menselijk hoopje gebouwd, waar dan de teamleider bovenop wordt gezet. Vervolgens gooit men die een aantal keer de lucht in. We hebben dat laatste toch maar niet met Rob gedaan. Als we volgend jaar kampioen van de derde klasse worden, dan moeten we het er nog maar eens over hebben.
Voordat we afronden hebben we nog de twee winstpartijen te gaan. Erik en Henk hebben ons die middag de broodnodige volle punten bezorgd. Beiden op hun kenmerkende wijze. Erik stond na de opening prima, voerde de druk op, kwam nooit zelf in gevaar en het was louter een kwestie van geduld. Op enig moment werd de druk te groot en Erik won groot materiaal. Henk kwam in een wat saaie stand terecht, speelde wat passief, stond (zo leek het in de analyse even) flink verloren, ging creatief kansen zoeken, het spel kantelde en met een zeer creatieve zettenreeks sleepte Henk het volle punt binnen. Om u mee te laten genieten van deze pot geven we hieronder een aantal fragmenten.
Zo stond het na 9 zetten.
Genieten is hier misschien niet het goede woord. De dames zijn al geruild en de spelers hebben elk hun koning in een ander hoekje bedacht. Op het eerste oog is deze stelling vrij saai. Op het tweede tot en met 119de oog overigens ook.
Desalniettemin slaagde onze man erin om in 5 zetten in een (in engine termen) verloren stelling te geraken. Na wat passief spel kon wit op zet 15 een pion winnen, waarbij de enige compensatie van zwart bestond uit een tandenborstel ergens bij een medespeler in een broekzak.
We pakken de partij weer op na zet 21 van zwart.
We kunnen er een spelletje van maken hoe je vanuit bovenstaande hierin terecht komt, maar laten we dat maar niet doen. Wit staat een pion voor en dat heeft weinig om handen. Zwart heeft namelijk een actieve toren en een sterk centraal paard. Ook zijn de witte pionnen op de damevleugel kwetsbaar. De computer vindt deze stelling gelijk, de meeste mensen zullen op dit moment liever zwart hebben. Het plan van zwart is de zwaktes op de damevleugel te testen, het plan van wit is een vrijpion op de koningsvleugel te creëren. Als stellingen als deze niet in remise eindigen is het vaak omdat de ene speler beter zijn plan uitvoert dan de andere …
Na zet 28 Tf7 staat het zoals in het diagram hieronder. Zwart is volledig op het plan gericht om de zwakke damevleugel onder druk te zetten. Wit heeft zoals u ziet nog maar matig vorderingen gemaakt. In de laatste zetten heeft wit wat doelloos met zijn toren de velden van de f-lijn bezocht, terwijl zwart doelgericht is geweest op a3. Sterker, op dit moment staat zwart al goed tot gewonnen.
Zoals u kunt zien is het materieel gezien weer gelijk. Zwart is hier aan zet, staat goed tot gewonnen en heeft een nieuw en duidelijk plan: de pion van a7 naar a1 krijgen. Wit moet nog steeds min of meer beginnen met zijn plan.
Wat hier ook nog meespeelt is de regel dat 1 pion sneller is dan 2. Als wit naar voren wil (na pakken op g7) dan heeft hij echt de f én g pion nodig. Zwart hoeft alleen de a-pion naar voren te schuiven en is dus “2x zo snel”.
Toen de champagne en de foto’s van het kampioenschap al achter de rug waren klonk her en der in de zaal “paard d1”. Als u naar het diagram kijkt dan is het een lange weg van a3 naar d1. Toch komt dat paard er. Kijk maar, want zo stond het na zet 35. … Pb2-d1?!?!
Dat de engines alle romantiek uit het schaken hebben geslagen, blijkt wel uit Pd1. Wij mensen vinden het geweldig. Als de koning slaat dan loopt de a3 pion door. Ook dreigt zwart c3 of f2 winnen. Het lijkt helemaal uit … Wit kan echter gewoon Te1 spelen en de enige zegt dan dat het remise wordt. Wit speelde echter 36. c4??, waarna Henk met nog enkele fraaie zetten zijn a pion naar de overkant kreeg.
Deze Henkiaanse zege bleek samen met de overtuigende winst van Erik, de vecht- en knok- en wonderremise van Niels en de tactische remise van Cor ons het kampioenschap bezorgd te hebben.
Uitslag in detail: