SGO R1 Onthoofd
Vrijdag 12 april streed SGO R1 tegen RSR Ivoren Toren voor de laatste (theoretische) kans om kampioen te worden in de hoogste RSB klasse. Er werd hard gevochten, hier en daar heeft er misschien meer in gezeten, maar uiteindelijk hebben we met duidelijke cijfers (3-5) verloren. Op bord 1 t/m 5 scoorden we slechts 1 punt (2 remises). Mijn conclusie: de jeugd heeft het met volwassen spel gewonnen van de oudjes.
We lopen op bordvolgorde de wedstrijd even na.
Erik op bord 1 met zwart speelde tegen een 17-jarig talent Dylan Achuthan (2166) en vatte zijn partij als volgt kernachtig samen: “Ik kwam iets beter uit de opening, daarna maakte ik een misrekening toen ik een kwaliteit offerde. Met een simpele pion zet neutraliseerde hij mijn aanval en was het feitelijk over. Met mijn laatste zet blunderde ik nog een stuk weg, dat maakte mijn lijdensweg wel korter.”
Robbert met wit op bord 2 speelde tegen een jongeling van 30 jaar en was uitermate kort van stof: “Slecht gespeeld, volgend jaar beter. Pionoffer, niet goed doorgezet.
Albert op bord 3 met zwart: “ik won met goed spel een pion, na een onnauwkeurigheid kreeg mijn tegenstander actief spel, hij buitte dat goed uit. Maar daarna toch weer een winstelling opgebouwd, het toreneindspel met pluspion niet optimaal gespeeld en het liep remise, best wel teleurstellend.
Karel op bord 4 met wit speelde uiteindelijk ook remise. Ik kon zijn partij direct naast mij natuurlijk goed volgen. Het was weer een IQP partij, het lijkt wel of Karel dit opzoekt na zijn clinic over de IQP. Of waren zijn eigen partijen de aanleiding voor deze clinic? Zijn tegenstander speelde vlot en leek prima te weten hoe hij de stelling moest spelen. Maar aan het eind van de partij zat hij zettenlang met zijn hoofd te schudden (duidelijk van teleurstelling), hij bleek een pion weggeblunderd te hebben, maar daarna revancheerde Karel zich. Dit is hoe hij de partij beleefde: “Mijn partij raakte eigenlijk nergens echt uit evenwicht. Toen de tijdnood begon op te komen had ik misschien een minimaal voordeeltje vanwege de geïsoleerde pion en slechte loper van zwart, maar ik had geen idee hoe verder te komen totdat m’n tegenstander plotseling de zwakke pion weggaf. Toen was het beide kanten D+T, met 6p voor mij tegen 5p voor mijn tegenstander. Dit zou nog een hels karwei worden om op 15s increment te winnen, maar doordat ik zelf de pion een paar zetten later weer weggaf was dat niet nodig en werd het snel remise door zetherhaling.”
Henk op bord 5 met zwart speelde tegen de andere jongeling van 17 (Joaquin Aarts, 1920). Zijn impressie: “Gisteren speelde ik met zwart een soort Tsjechische Benoni. Het was een gesloten stelling die ik met f5 kon openen. Helaas had ik die zet niet goed voorbereid want er volgde een tactische wending in het voordeel van de tegenpartij.”
(redactie: bekend is dat Tsjechie een sterke wapenindustrie en een goede spionagedienst heeft, maar dat ze zich nu ook op de “zoon van mijn verdriet” gestort hebben was mij onbekend)
Maar onze held in barre tijden, Han aan bord 6 met wit, liet zich deze keer ook weer gelden. Na een wat moeizaam begin (met bakken zand in de ogen van zijn tegenstander denk ik) werkte hij echter toe naar een tactische stelling, waarin hij zijn sterke kant kon laten schijnen. In onderstaande stelling heeft hij 34.Dd7! gespeeld en wordt het al een beetje benauwd voor zwart in zijn tochtige koningsstelling. Na 34…De5 35.Lg4!? gaat zwart de fout in met 35… Lg6 waar hij met 35… Tc7 nog een afdoende verdediging had. In het tweede diagram slaat Han nu toe met de mooie krachtzet 36.Le6+ waarna het in hogere zin al uit is. 36…Txe6 kan niet wegens 37.Tf8 mat, 36…Kh8 helpt niet wegens 37.Lf7!! en na het gespeelde 36…Dxe6 won Han de dame met 37.Tf8+! Txf8 38.Dxe6+ en was de winst niet moeilijk meer.
Daan op bord 7 met zwart kon deze keer zijn goede lijn van dit seizoen niet doortrekken. Hij meldt het volgende over zijn partij: “Ik stond heel goed en ik dacht dat ik ging winnen, maar mijn tegenstander verdedigde zich goed. Op het laatst ging ik te ver en ging door mijn vlag in verloren stelling.
En last but not least wist Arnout met wit aan bord 8 ook nog iets terug te doen. Na dameruil op zet 7 had hij de actievere stelling maar een zwakke e-pion (de IKP). “Zwart ging met zijn paard op avontuur naar a4 i.c.m. een pionnenwals op damevleugel. Consequentie was dat zijn koningsstelling meer open kwam en dat buitte ik uit. Zwakke e-pion op e5 ging naar e6 en daarna was het opeens uit”. Ter illustratie de slotstelling:
Zwart speelde nog enkele zetten door, maar moest zich al snel gewonnen geven.
Epiloog: zoals altijd krijgt onze goeroe Robbert weer gelijk: in de vierde ronde hebben we met de mooie overwinning op Messemaker de degradatie (al vroegtijdig) voorkomen en was het mogelijke kampioenschap slechts een (mooie) droom. We staan wel nog steeds op een mooie derde plek, boven Messemaker. De laatste ronde gaat ook nog ergens om: kunnen we een spaak in het kampioenschap van Krimpen steken? En kunnen we de derde plek vasthouden? Dan zullen we minimaal gelijk moeten spelen tegen Krimpen. Dus we hebben nog een mooie uitdaging!