Vijf Koningen

De eerste ronde in de RSB Hoofdklasse op vrijdagavond 22 september was een mooie start voor ons eerste team. We wonnen de thuiswedstrijd tegen Shah Mata 1 met grote overmacht. “Shah mata” is Perzisch voor “de koning is dood”, hiervan is de term schaakmat afgeleid. Wonderwel bleven al onze koningen ongedeerd, maar aan de andere kant sneuvelden er maar liefst vijf.

Na de promotie van vorig jaar wil ons eerste team zijn huid natuurlijk zo duur mogelijk verkopen op dit hoogste niveau. Gezien ons Elo surplus t.o.v. Shah Mata zou deze wedstrijd wel punten moeten opleveren, maar daar moet altijd nog wel voor gewerkt worden. Van te voren weet je nooit hoe de hazen gaan lopen.

Welnu, het werd een zeer regelmatige overwinning. Na 2,5 uur spelen stonden we met met 2,5-1,5 voor en mochten we er ook op rekenen dat er minimaal 2 punten bij zouden komen.

De partij van Robbert had een bijzonder verloop in meerdere opzichten. Tien minuten na aanvang waren beide spelers nog niet gearriveerd aan het bord. Aangezien Robbert wit had was hij degene die het tijdsverlies moest incasseren. Hij ging vervolgens voortvarend van start, gooide frank en vrij zijn damevleugelpionnen naar voren en ontwikkelde ook alleen zijn damevleugel stukken. Het laatste wat je dan verwacht is een remise. Maar na 20 zetten waren alle lichte stukken eraf en werd de remise overeengekomen. Robbert was dus snel naar huis (want de volgende morgen moest hij om half vijf opstaan om zijn familie naar Schiphol te brengen). In alles acteert Robbert dus als tegenpool van de door hem zo bewonderde Karel …

Daan scoorde een benauwde remise (zijn tegenstander heeft groot voordeel gehad) en ook Han moest het remise aanbod van zijn tegenstander wel aannemen, want naar eigen zeggen stond hij waarschijnlijk verloren.

Karel bouwde met wit een overwegende positie op, waarna hij na een fout van zijn tegenstander twee pionnen won. De winst was daarna geen moment in gevaar.

Maurits stond na de opening al vrijwel gewonnen met twee pluspionnen en had het witte aanvalsspel ook vrij snel geneutraliseerd. Hij heeft dan ook een grondige opleiding in het Frans gehad, onder de knoet van De Ruyt (onze Ronald Ruijtenberg, de echte lifelong die-hard Frans speler). Hiervan getuigt Maurits ludieke app commentaar deze avond, wat ik hierbij met veel genoegen citeer:

Nou ik zag vriend Han naast mij Frans spelen en ik dacht dat doe ik ook. Speelt mijn arme ziel Keres zijn Ld2. Een zet uitvoerig beschreven in “Ausgewählte Partien 1931-1958: Zugleich ein Lehrbuch des praktischen Schachs”. Ik moest dit van Ruijtenberg bestuderen en tegen hem spelen. Hij beukte mij er dan op verschillende manieren af, vervolgens rolde hij een zware van Nelle, mompelde iets van de terugkomst der Apotheker en schonk bier in”.

Vervolgens stuurt Maurits een foto van de betreffende bladzijden en gaat de dialoog met Robbert als volgt verder:

RF: Sehr schön. Aber 7... Sc6 hast du doch nicht gespielt, oder?

MJ: Nein, Dxd4. Van de Ruyt moet men principieel spelen, of anders piepers gaan jassen!

RF: Mann spielt prinzipiel, oder fillierst die Kartoffeln!

MJ: En dan slaakte de man met rode sjaal: Also sprach Zarathustra. Ik bleef achter als een verwarde man en ben dat nog steeds.

En ik moest mee naar Bolle Jan. Schnitzels eten... Ik heb veel geleerd...

RR: en veel geleden...



In bovenstaande stelling heeft Maurits al winnend voordeel. Hij koos hier voor het logische 13… c6 met tempowinst, terwijl de computer voor 13…Ld7 kiest met snelle stukken ontwikkeling. Maurits in totale verwarring richting Robbert: “Comp zegt Ld7 met -3. Ik kan blijven kloten in het leven, maar het Frans begrijpen zoals de zwarte kettingkomiek is voor mij gelijk jouw agendabeheer”.

Zelf speelde ik op bord 3 tegen Bram Steijn. Grappig genoeg konden we ons allebei nog herinneren hoe we als twintigers elkaars rivaal waren in diverse toernooien. En nu als zestigers hebben we nog steeds veel plezier in het spel en nog steeds een gelijkwaardig niveau. Deze keer trok ik aan het langste eind. Bram liet een kans op tegenspel liggen en na 25…. Pac3 gaat zwart oogsten in onderstaande stelling:


Na 26.Dd3 Txa2! (veel sterker dan eerst 26… e4 maar ook 26…. exd4 wint “by force”) 27.Txa2 Txa2 28.Txc3 e4! gaf wit het op want zijn toren gaat verloren.

Erik bouwde weer sterk op naar een gewonnen stelling maar maakte het zichzelf nog onnodig moeilijk. Zijn tegenstander kwam nog gevaarlijk opzetten met zijn vrije h-pion, maar met enig tactisch vernuft overtroefde Erik alsnog zijn tegenstander.

Toen was er als klapstuk nog het mirakel van de Grote Kerk. Het blunderspook had toch weer kans gezien om binnen te glippen, maar koos deze keer de tegenstander van Arnout uit als slachtoffer. Arnout had een zware avond, lange tijd keek hij tegen een pion achterstand aan met compensatie … voor zijn tegenstander. Uiteindelijk moest hij een eindspel verdedigen op increment (zijn tegenstander had ruim de tijd), waarin de extra en vrije a-pion van zijn tegenstander al eenvoudig winnend leek. Naar eigen zeggen dacht de zwartspeler “dat alles won”, in die stelling zeker een logische gedacht, maar dat houdt natuurlijk een keer op! Nadat hij vele zetten lang een winst liet liggen was het uiteindelijk toch Arnout die de winst binnenhaalde. Alle lof natuurlijk voor zijn taaie verzet en doorzettingsvermogen.

Zo viel de overwinning uiteindelijk heel ruim uit met 6,5-1,5, ietwat geflatteerd maar dat is snel vergeten. We staan nu fier bovenaan en laten we dat nog even volhouden. De volgende wedstrijd is uit tegen CSV 1 op 27 oktober, dat is een mooie uitdaging!

Albert

Back to Top